Arbitrage
De partijen stellen zelf de procedureregels vast binnen een termijn die de arbiter bepaalt, tenzij het verzoek om arbitrage al te kennen geeft dat de partijen niet wensen af te wijken van het reglement van de Kamer of elkaar al hebben gehoord over de regels betreffende het verloop van het geding.
Het is een lovenswaardig idee om de partijen de regels te laten vaststellen. Het berust immers op de hoop dat ze zullen samenwerken.
De doeltreffendheid van dit principe is echter afhankelijk van hun vermogen om het hierover eens te worden terwijl ze in een conflict verwikkeld zijn.
De termijn die de arbiter eventueel toekent om af te wijken van het reglement van de Kamer, bedraagt gewoonlijk 7 tot 8 dagen, behoudens bijzondere omstandigheden (hoogdringendheid enzovoort).
Dit gezegd zijnde bezorgt de arbiter aan de partijen een corpus waarover zij het gewoonlijk eens worden, daar de tekst door een neutraal persoon is opgesteld.
De procedure wordt gekenmerkt door vier belangrijke parameters: wederzijds vertrouwen-flexibiliteit-snelheid- polyvalentie van de bevoegdheden van de arbiter.
Het vertrouwen
De arbiter die binnen de Kamer werkt, zetelt als alleensprekend ‘rechter’. Hij spreekt zich in eerste en laatste aanleg uit na afloop van een procedure die wettelijk wordt geacht ‘op tegenspraak’ te zijn (op het gebied van arbitrage bestaat er immers geen procedure ‘bij verstek’, die het mogelijk maakt een zaak opnieuw te laten vonnissen op verzet, bijvoorbeeld wanneer een partij niet is verschenen op de zitting waarop ze werd opgeroepen).
Zoals elke rechter moet de arbiter onpartijdig en onafhankelijk zijn.
De arbitrage vormt een aantrekkelijke oplossing zolang er sprake is van vertrouwen. Dit voordeel zou sterk afnemen indien van meet af aan de kans bestaat dat de beslissing van de arbiter, waarbij een partij kan worden veroordeeld, niet wordt aanvaard.
De noodzakelijke kwaliteit van de gesprekken ligt aan de basis van de geloofwaardigheid van de Kamer tegenover de rechtzoekenden en vormt een essentieel criterium voor het rekruteren van haar leden.
De arbiter kan ertoe worden gebracht de gesprekken actief te leiden en met de medewerking van de partijen naar een oplossing te zoeken die bevredigend is voor alle partijen. Deze manier om geschillen op te lossen moet de voorkeur krijgen boven het feit om niets te zeggen en de partijen volledig in het ongewisse te laten met betrekking tot zijn beoordeling van de uitwisselingen, des te meer daar tegen zijn beslissing niet in beroep kan worden gegaan. Dit is een belangrijke compensatie voor de onmogelijkheid om in beroep te gaan tegen de beslissing van een arbiter.
Het is ook belangrijk de voorwaarden te creëren voor een eerlijk debat, voor zover de arbiter natuurlijk in staat wordt gesteld om dat te doen.
In de praktijk worden er aldus heel wat beslissingen genomen die in deze context een akkoord van de partijen bekrachtigen.
Flexibiliteit en snelheid  – Uitvoering van het reglement
De arbitrageprocedure mag niet haastig worden afgehandeld. Wel moet ze met ijver worden gevolgd.
Een zaak wordt bij de arbiter aanhangig gemaakt per brief, fax of e-mail. De tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder is niet vereist.
De arbiter stelt de datum van de zitting vast. Die zitting moet plaatsvinden binnen de dertig dagen nadat de arbiter vastgesteld heeft dat de gemeenschappelijke wil van de partijen ontbreekt om af te wijken van het reglement van de Kamer. In de praktijk vindt deze zitting vaak plaats binnen de 15 tot 20 dagen (de agenda van de arbiter laat dit vaak toe of de verzoeker bezorgt van bij de instelling van de procedure een dossier met de uiteenzetting, zijn middelen en stukken).
Tegelijk nodigt de arbiter de verzoekende partij, indien ze dat nog niet heeft gedaan, uit om een samenvatting van de feiten en haar vordering te bezorgen. Aan de verweerster vraagt de arbiter om een memorie van antwoord te bezorgen. Dit alles gebeurt vóór de zitting.
Aldus kent de arbiter nog vóór de zitting plaats heeft de elementen die de partijen naar voren brengen. Dit laat toe heel wat tijdwinst te boeken en versterkt de actieve rol van de arbiter.
Op de dag die voor de zitting is vastgesteld moet de arbiter de zaak in beraadslaging nemen in geval van afwezigheid van een partij die geen kennis heeft gegeven van het bestaan van een wettelijke reden van verhindering en behoudens verzoek tot uitstel vanwege de aanwezige partij (in dit laatste geval stelt de arbiter de zaak uit binnen de maand).
Indien alle partijen verschijnen of vertegenwoordigd zijn, wordt er over de zaak gedebatteerd, tenzij de zaak er niet kan worden behandeld in beknopte debatten.
Wanneer de zaak dan vereist dat er conclusies worden uitgewisseld, wordt een kalender vastgesteld of in voorkomend geval bekrachtigd door de arbiter. De daartoe voorziene termijnen worden geacht te worden nageleefd, op straffe van afwijzing.
In principe heeft de arbiter 45 dagen de tijd om uitspraak te doen (zie het reglement m.b.t. de aanpassingen van deze termijn).
De ervaring leert echter dat de meeste uitspraken binnen een kortere termijn worden gedaan (meestal slechts enkele dagen in eenvoudige zaken).
Kennisgevingen vinden naargelang het geval plaats via e-mail, fax of brief (zie het reglement voor gedetailleerde informatie betreffende de voorziene verzendingen).
Voor al wat het reglement niet bepaalt of wat de partijen niet van tevoren bepalen wanneer ze een zaak aanhangig maken bij de arbiter, stelt deze laatste de procedureregels mondeling of schriftelijk vast vóór of tijdens de debatten of nog ter gelegenheid van elke proceduregebeurtenis, naargelang de omstandigheden.
Met inachtneming van de wet en de algemene rechtsbeginselen kan de arbiter de regels wijzigen of aanpassen indien een goede rechtsbedeling zulks vereist.
Er moet niet worden gevreesd voor een verzadiging van de Kamer, daar het aantal zaken altijd evenredig is met het aantal arbiters.
Zo kan er nooit sprake zijn van stremming als gevolg van een strak kader of een streng statuut.
Indien een expertise noodzakelijk is, dan overhandigen de experts die voor de Kamer werken het resultaat van hun werkzaamheden heel snel (enkele weken of zelfs enkele dagen).
De snelheid van de oplossing van geschillen door middel van arbitrage wordt fundamenteel ook verzekerd door de wetgever zelf, daar hij uitdrukkelijk de mogelijkheid heeft uitgesloten om in beroep te gaan (tenzij de partijen zelf in die mogelijkheid willen voorzien).
De polyvalentie van de bevoegdheden van de arbiter
De arbiter beschikt over een ruim arsenaal van wettelijke maatregelen die tot doel hebben de debatten te staven met elementen waarmee hij zijn eigen zienswijze kan vormen. Hij kan bevelen om stukken over te leggen, een (getuigen)verhoor te houden, expertisemaatregelen te treffen of ter plaatse te gaan. In veel gevallen (huurschade, bouwschade, niet-werkzame diensten, technische problemen enzovoort) stellen dergelijke maatregelen hem in staat de situatie zelf in te schatten, gewoonlijk in het kader van complexe zaken.
De arbiter is ook gemachtigd om voorlopige of bewarende maatregelen te treffen en om dwangsommen vast te leggen.
Uitvoering van de uitspraak van de arbiter
Om uitvoerbaar te worden moet een definitieve arbitrale uitspraak, op verzoek van een partij, het voorwerp zijn van het exequatur van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, ook in een handelsdossier.
De procedure van exequatur duurt gewoonlijk enkele dagen. De afgifte van het verzoek bij de griffie geeft aanleiding tot de inning van een beperkt recht dat deel uitmaakt van de rechtsplegingskosten die verschuldigd zijn door de partij die in het ongelijk wordt gesteld.
Tijdens de procedure van exequatur, waarop geen enkele partij wordt uitgenodigd, controleert de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg voornamelijk de vormelijke elementen die de uitspraak wettelijk moet bevatten; hij is echter niet bevoegd om de zaak opnieuw ten gronde te beoordelen wanneer de genoemde vormelijke elementen in acht werden genomen.
Hij controleert vooral of de zaak het voorwerp kan zijn van arbitrage, of de uitspraak de elementen bevat waarin de wet voorziet en aan de partijen werd betekend.
Zodra de uitspraak uitvoerbaar is verklaard, mag ze het voorwerp zijn van een gedwongen uitvoering (op te merken valt dat een uitspraak die niet uitvoerbaar is verklaard een stuk vormt dat een bewarend beslag zonder voorafgaande toelating mogelijk maakt).
Wanneer de partijen in de mogelijkheid hebben voorzien om in beroep te gaan tegen de uitspraak van een arbiter (wat heel zelden voorkomt), kan de in eerste aanleg verleende arbitrale uitspraak de voorlopige uitvoering bevelen.