Aansprakelijkheid van de veiligheidscoördinator

Hoe is het gesteld met de strafrechtelijke en burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de veiligheidscoördinator?

De juridische gevolgen van het niet aanstellen van een veiligheidscoördinator liggen voornamelijk besloten in de volgende wetsartikelen: art. 16.1 en 21.1 van de Welzijnswet, 04/08/1996; art. 86, 87, 90 en 96 van voornoemde wet; art. 418 tot 420 Strafwetboek; art. 1382 tot 1384 van het Burgerlijk Wetboek. (VC-CS News, maart 2001

“De arbeidsinspectie kan op elk ogenblik op een werf binnenvallen. Indien men vaststelt dat er geen veiligheidscoördinator werd aangesteld, kan de sanctie oplopen tot een gevangenisstraf van 1 jaar en/of een boete van 200.000 BEF (4950 EUR) voor de ontwerpfase, en een gevangenisstraf van tot 1 jaar en/of een boete van 400.000 BEF (9900 EUR) in de uitvoeringsfase.

Bij herhaling van de inbreuk binnen de drie jaar, kunnen deze straffen verdubbeld worden. Doet er zich een ongeval voor wanneer er geen veiligheidscoördinator werd aangesteld, dan kan men straffen krijgen tot 2 jaar gevangenis en 900.000 BEF (24000 EUR) boete. Daarnaast kan de bouwdirectie vervolgd worden voor het toebrengen van onvrijwillige slagen en verwondingen of voor onvrijwillige doodslag.

Verzekeringen dekken deze straffen nooit, en burgerlijke partijen kunnen schadeclaims indienen. Een Belgische verzekeringsmaatschappij heeft onlangs berekend dat de totale kost van een ongeval met volledige en blijvende verlamming kan oplopen tot 80 miljoen BEF.” (VC-CS News, maart 2001 , Bedragen zijn aangepast aan EUR. )

Zie ook: